Lucca, 22 juni 1858 – Brussel, 29 november 1924
Giacomo Puccini was een Italiaanse theatervakman! Tijdens een volledig verzorgde operareis met klassieke muziek reizen specialist Hannick Reizen beleeft u memorabele uitvoeringen van de mooiste werken van Puccini.
Puccini: de weg naar succes
Giacomo Puccini wordt geboren in het pittoreske Toscaanse stadje Lucca en stamt uit een familie van musici. Hij is de vijfde van zeven kinderen van Michele Puccini, leraar, kerkorganist en componist. Als hij vijf jaar oud is, sterft zijn vader. Giacomo volgt de lange familietraditie in de muziek op door les te nemen bij zijn oom en vervolgens bij Carlo Angelone. Op zijn tiende treedt hij toe tot het koor van zijn vader's oude kerk, de San Martino, en bespeelt daar en elders het orgel. Zijn eerste composities zijn dan ook orgelwerken die hij vanaf zijn achttiende schrijft.
Puccini voelt zich sterk aangetrokken tot de opera. Nadat hij Verdi's Aida heeft gezien, besluit hij met de familietraditie te breken en zijn geluk in het muziektheater te zoeken. Later zou hij zeggen dat deze gebeurtenis voor hem 'een muzikaal venster opende'.
In 1880 wordt hij toegelaten tot het Milanese conservatorium, waar hij drie jaar lang de leerling van Bazzini en Ponchielli is, beide operacomponisten. Tijdens deze studentenjaren leert hij zowel de armoede kennen als het leven van een bohémien dat hij later zo treffend in zijn La Bohème wist af te schilderen. Aangemoedigd door Ponchielli doet Puccini met zijn Le Villi (1884) mee aan een wedstrijd voor eenakteropera’s. Maar hij wint niet. Het geluk lacht hem echter wel toe als hij door een vermogende Milanese muziekliefhebber voor een feest wordt uitgenodigd waar hij delen uit Le Villi zingt en speelt. Onder de aanwezigen zijn onder andere de componist en librettist Boito en de uitgever Ricordi. Door toedoen van hen wordt Le Villi met succes uitgevoerd in het Teatro del Verme in Milaan. Ricordi publiceert de opera en bovendien geeft hij Puccini de opdracht voor het componeren van een tweede opera. Het libretto van Edgar (1889) ligt Puccini echter niet goed en het duurt dan ook vijf jaar voor hij de compositie voltooit. De opera is geen succes. Later noemt Puccini deze opera een 'vergissing'.
Inmiddels is Puccini een langdurige verhouding begonnen met Elvira Gemignani, een getrouwde vrouw met wie hij in het huwelijk treedt als haar man in 1904 sterft.
Puccini: het succes
Ondanks de mislukking van Edgar behoudt Ricordi zijn vertrouwen in de jonge componist. Ricordi assisteert hem zelfs bij het schrijven van het libretto van zijn volgende opera, Manon Lescaut (1893). Deze komt in Turijn voor het eerst op de planken en vormt het begin van zijn glansrijke carrière als componist. Roem wordt gevolgd door een zeker fortuin en Puccini koopt een schitterend huis aan het Massaciuccoli-meer, in het kleine dorpje Torre del Lago. Daar kan hij zijn andere grote liefde volgen: het jagen op watervogels.
Manon Lescaut betekent de opmaat tot een reeks opera’s die een hoogtepunt in zijn oeuvre vormen: La Bohème (1896), Tosca (1900) en Madama Butterfly (1904). Hij is echter niet geheel zonder zorgen. Tosca is weliswaar een groot succes bij het publiek, maar wordt aangevallen door sommige critici vanwege de vernederende wreedheid en Madama Butterfly krijgt bij de première in de Scala van Milaan een vijandig onthaal. Toch is ook Madama Butterfly, in tweede instantie, nadat de componist aanpassingen had aangebracht, een groot succes.
Opmerkelijk in deze opera’s is de prominente en met veel emotie getekende vrouwelijke hoofdrol. Hierbij legt Puccini een fascinatie aan de dag voor jonge vrouwen die een bepaalde geestelijke onschuld en zuiverheid combineren met een niet onbesproken levenswandel. Puccini is ook een echte theatervakman: waar het theater 'realisme' de overhand neemt, schuwt hij het sterke theatrale effect niet. Zijn warmbloedige melodieën en de meeslepende dramatiek hebben zijn werken een ongekende populariteit bezorgd.
In 1909 pleegt Doria, het dienstmeisje van de familie Puccini, zelfmoord. Zij wordt door de vrouw van de componist ervan beschuldigd een verhouding te hebben met Puccini. Deze huiselijke tragedie heeft grote invloed op Puccini: zijn scheppende gaven laten het enige tijd afweten. Bovendien wordt het geval breed uitgemeten in alle kranten.
Het is een Amerikaans publiek dat als eerste zijn 'western'-opera ziet: La Fanciulla del West (Het meisje van het gouden Westen) (1910). Deze opera gaat in de Metropolitan Opera in New York onder leiding van Toscanini in première, met niemand minder dan Enrico Caruso en Emmy Destinn in de hoofdrollen.
Turandot: de laatste opera van Puccini
Turandot is Puccini’s laatste opera. Dit Chinese sprookje bevat de beste elementen van al het voorafgaande: romantische, lyrische, krachtige muziek en een luchtige, grappige, maar ook dramatische verhaallijn. Deze elementen heeft hij jaren eerder al zo briljant verweven in La Bohème. Tragisch genoeg is het Puccini niet gegeven Turandot te voltooien. Het huidige einde is gebaseerd op zijn aantekeningen en is van de hand van Franco Alfano.
Puccini sterft in Brussel in 1924, waar hij voor keelkanker wordt behandeld. In april 1926 dirigeert Toscanini de wereldpremière van Turandot in La Scala te Milaan. Elvira overlijdt zes jaar later dan Puccini. Zij liggen naast elkaar begraven in het buitenhuis van Puccini in Torre del Lago.