Bel ons
Menu
Sluit
Bel ons
Menu
Sluit
Home
Carl Orff

München, 10 juli 1895 – München, 29 maart 1982

Carl Orff was een Duits componist, muziekpedagoog en theaterman. Tijdens een volledig verzorgde operareis met klassieke muziek reizen specialist Hannick Reizen beleeft u memorabele uitvoeringen van de mooiste werken van Orff.

Orff: de weg naar succes

Carl Orff leert al op jonge leeftijd piano, orgel en cello spelen, en begint ook te componeren. Hij studeert aan de Staatliche Akademie der Tonkunstnaar in München, waar hij in 1914 afstudeert. In het begin schrijft Orff vooral muziek voor piano en zang en om zijn brood te verdienen componeert hij theatermuziek. Daarnaast geeft hij ook muziekles. 

Na enkele jaren als repetitor en dirigent in München, Mannheim en Darmstadt gewerkt te hebben, hervat hij in 1920 zijn studies, nu met extra aandacht voor oude muziek. Dit resulteert in drie versies van Monteverdi’s Orfeo. Van 1930 tot 1933 is hij dirigent van het Bach-genootschap in München.

Orff: zijn Schulwerk voor kinderen

Carl Orff is medeoprichter van de Günther Schule, een school voor gymnastiek, muziek en dans. In 1930 begint hij aan zijn boek 'Schulwerk', waarin hij een beeld schept van zijn ideeën omtrent de muzikale opvoeding: kinderen moeten zichzelf door muziek leren kennen. Daarin speelt het ritme een vooraanstaande rol. Voor de Olympische Spelen van Berlijn schrijft hij Kinderreigen en voor de Olympische Spelen van München schrijft hij Gruß der Jugend. Met Gunild Keetman publiceert hij vijf bundels muziek uit Musik für Kinder. Zijn werk wordt later ook in de Heilpedagogiek gebruikt. In Nederland behoort de in Delft wonende musicus en muziekpedagoog Pierre van Hauwe tot een van de grootste promotors van het Orff-Schulwerk. Zijn muziekmethode ‘spelen met muziek’ combineert de uitgangspunten van het Orff-Schulwerk met de muziekmethode van de Hongaar Zoltán Kodály.

Orff: zijn ritmische stijl

Orffs eerste compositie van betekenis is de scenische cantate Carmina Burana (1937). Een werk gebaseerd op dertiende-eeuwse Latijnse en Duitse teksten. Deze cantate wordt gekenmerkt door een zeer specifieke eigen stijl: eenvoudige ritmische structuur, gemakkelijk in het gehoor liggende melodie, grote dynamiek en een sterk theatraal karakter. Carmina Burana vormt samen met Catulli Carmina (1943) en Trionfo di Afrodite (1953) het drieluik Trionfi. Hiermee illustreert Orff wat hij verstaat onder ‘totaaltheater’.

In zijn latere werken blijft Carl Orff trouw aan zijn eigen stijl. Hij schrijft nog twee luchtige opera’s met een naïef karakter: Der Mond (1939) en Die Kluge (1943). Het muziekdramatische hoogtepunt van zijn oeuvre is Antigone (1949).

De zeer aparte stijl van Carl Orff wordt gekenmerkt door het ritmische element. In het overgrote deel van zijn oeuvre zijn de harmonieën ondergeschikt aan het ritme, dat als evenwicht fungeert tussen het gevoel en de ratio. De melodie wordt vooral bepaald door het ritme, niet door de harmonieën. Het aantal slagwerkinstrumenten is daarom zeer uitgebreid: tot zelfs 59 in Antigone. Het is zijn bedoeling dat de luisteraar zijn muziek onmiddellijk begrijpt. Daarom gebruikt Orff geen ingewikkelde structuur, complexe vorm van harmonie of melodie zoals het contrapunt.

Orff: zijn werk Carmina Burana

Het stuk Carmina Burana bevat 25 levensliederen, voornamelijk geschreven door rondreizende studenten. De liederen zijn verdeeld in Lenteliederen, Drinkeliederen en Minneliederen, met als thema's klachten over de onverbiddelijkheid van het alles overheersende noodlot; vreugde om de herboren lente, om de frisheid van de jeugd en om de pracht der bloemen, het smachtende verlangen van de jonge minne; het leed om ontrouw, de passie van de speler en de lust van de drinkebroer.

Ontdek meer verhalen

Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit, sed do eiusmod tempor incididunt ut labore et dolore magna aliqua.