Elke vijf jaar vindt in Warschau iets bijzonders plaats: het prijswinnaarsconcert van het prestigieuze Chopin Concours.
Frédéric Chopin, dé componist van de pianomuziek
De internationale pianocompetitie vernoemd naar Frédéric (Pools: Fryderyk) Chopin (1810 - 1849) is een van de oudste en bekendste muziekconcoursen ter wereld. De eerste editie vond plaats in 1927 en het is een van de weinige concoursen die geheel gewijd is aan het uitvoeren van werken van één bepaalde componist. Tijdens de finale voeren de pianisten dan ook een van de twee pianoconcerten van de Poolse componist uit. Met het winnen van dé of een van de hoofdprijzen is een pianist(e) min of meer verzekerd van een succesvolle muzikale carrière en vergemakkelijkt dit de weg naar grote concertzalen. Verschillende erkende pianisten hebben op die manier veel roem verworven, zoals Lev Oborin, Maurizio Pollini, Martha Argerich, Krystian Zimerman en Rafał Blechacz. In dit blog gaan wij verder in op de geschiedenis van het concours en ‘bezoeken’ wij met u enkele bezienswaardigheden die gerelateerd zijn aan de 18 jaar die de componist in zijn vaderland doorbracht. Maar eerst: een componistenportret!
Chopin, geboren in Zelazowa Wola en één van de Grote Zeven
Parijs omstreeks 1830. Victor Hugo, Honoré de Balzac, graaf Alfred Victor Vigny, Eugène Delacroix, Alphonse de Lamartine, Heinrich Heine. De artistieke elite: denkers, schilders, dichters, recensenten, schrijvers. Onder hen ook de getalenteerde en graag in mannenkleren rondlopende George Sand (1804-1876), sigarenrookster, vermaard romanschrijfster en maîtresse van een reeks literair beroemdheden. Wát een omgeving voor een slanke, broze, elegante, aristocratisch ogende Poolse balling met een vrij zachte stem die één van de beste pianisten uit de muziekgeschiedenis was en bovendien één van de geniaalste componisten!
Fryderyk Franciszek Chopin was één van de Grote Zeven, de zeven vroeg-romantici die in het begin van de 19e eeuw binnen tien jaar van elkaar ter wereld waren gekomen. Hij was in het 'pianotijdperk’ één van de beste pianisten uit de geschiedenis en de enige grote ster onder de componisten die vrijwel uitsluitend pianomuziek heeft gecomponeerd; geen symfonieën, opera's of oratoria en heel weinig orkestwerken. Hij componeerde twee pianoconcerten, maar daarin eist de piano opnieuw de absolute hoofdrol voor zich op en fungeert het orkest als achtergrondbegeleiding, in plaats van een gelijkwaardige partner van de solist te zijn.
De nieuwe Mozart
Chopin werd geboren in Zelazowa Wola nabij Warschau. Zijn vader was een Franse emigrant, zijn moeder een Poolse. Toen hij op zijn negende voor het eerst in het openbaar piano speelde, noemde een vooringenomen inwoner van Warschau hem “de nieuwe Mozart”. Dat was hij niet: hij was Chopin, een nieuwe ster aan het firmament, en dat was goed genoeg. In 1830, na een inspannende muziekstudie en hier en daar een optreden in het openbaar, gaf hij drie grote afscheidsrecitals in Warschau, deed diverse steden in Duitsland aan, overwoog en verwierp een bezoek aan de Verenigde Staten omdat hij vreesde dat de situatie daar wat te primitief zou zijn, en vestigde zich in Parijs. Hij werd door de elite daar in de armen gesloten en staakte al spoedig zijn openbare concerten om zich aan het componeren en andere aangename bezigheden te kunnen wijden. Als volwassene heeft hij alles bij elkaar genomen niet meer dan dertig openbare concerten gegeven.
Eén van die andere aangename bezigheden was de omgang met George Sand, alias madame Aurore Dudevant, met wie hij bijna tien jaar lang in 'intiem verband' samenleefde, zoals de biografen uit die tijd in bedekte termen plachten te schrijven. Ze ontmoetten elkaar toen hij achtentwintig en zij vierendertig was. Ze brachten samen een beroemde winter op Mallorca door (beschreven in één van haar boeken) en waren het grootste deel van hun tijd ofwel in Parijs, of in haar château te Nohant. Sand was een politiek activiste die gekant was tegen de monarchie, de traditie en alle conventies; hij was met hart en ziel een musicus die zich niet druk maakte over maatschappelijk onrecht. In hun relatie 'had zij de broek aan'. Chopin streefde naar het 'scheppen van een nieuw tijdperk in de kunst'; zij streefde naar verbetering van een onrechtvaardige wereld.
Na veel conflicten eindigde de relatie in 1847 (George Sand portretteerde Chopin allesbehalve flatteus in een roman, Lucrezia Floriana, als verwende en humeurige vorst Karol). Chopin keerde terug naar zijn kamers in Parijs, om zich weer aan het componeren te wijden. Muziekhistorici hebben zich enorm ingespannen om meer inzicht te krijgen in de aard van de relatie tussen deze twee; sommigen beweren nu dat het lichamelijke aspect na een veelbelovend begin wellicht afwezig is geweest. Wij houden het er maar op dat dit één van de grote intrigerende romances uit de muziekgeschiedenis is geweest, ondanks een einde in verbittering.
Chopin bezweek op zijn negenendertigste in 1849 te Parijs aan tuberculose, twee jaar nadat er een eind was gekomen aan de relatie met George Sand. Zijn creatieve energie was uitgeput. In een brief die hij niet lang voor zijn dood vanuit Schotland heeft geschreven, klaagde hij: “Wat is er van mijn kunst geworden? En mijn hart, waar heb ik het vermorzeld? Ik herinner me nog nauwelijks hoe ze thuis plegen te zingen. De woorden ontglippen mij op één of andere manier. Ik vergeet dingen. Ik heb geen kracht meer. Als ik ook maar even overeind krabbel, val ik opnieuw - en dieper dan ooit”.
Iedereen is het erover eens dat Parijs er nooit in is geslaagd de pianist en componist Chopin te ontdoen van zijn Poolse wezen. De auteur George Jean Aubrey schreef: “Polen, Polen, hoeveel nachten heeft hij niet aan jou zijn boezem gedrukt! Zelfs in de avonden op Mallorca, de Parijse nachten of omwaaid door de oceaanbries die verkoeling bracht in het oude klooster op de Balearen, te midden van salons vol babbelende, elegant geklede vrouwen en omringd door alle verfijndheden die hem met zijn gevoelige smaak zo dierbaar waren, dacht hij aan niets anders dan Polen.” Welnu, laten we hopen dat hij met George Sand toch ook af en toe een moment heeft beleefd waarin hij iets anders aan zijn hoofd had dan Polen. Het is echter een feit dat de Polen nooit opgehouden zijn aan Frédéric Chopin te denken. De laatste muziek die te horen was via Radio Warschau, voordat de gehavende stad voor de nazi's capituleerde, waren de eerste elf noten van de Polonaise in A.
Hier hoort u de Polonaise in As, opus 53 iin een uitvoering van een van de grootste Chopin-interpreten, de Poolse pianist Witold Małcużyński:
Chopin was een meester van de kleine vorm
De pianostukken die hij schreef, zijn bekend als preludes, scherzi, mazurka's (Poolse dans), nocturnes, polonaises, fantasieën, rondo's, impromptu's, balladen enzovoort. De meeste klinken dichterlijk en geladen met intensiteit en emoties, en veel ervan zijn verfijnd en teer, zoals van een Parijzenaar mag worden verwacht, hoewel uit sommige composities een vurige vaderlandsliefde spreekt, zoals weer van een geboren Pool te verwachten is.
De uit Polen afkomstige polonaise wordt gewoonlijk omschreven als een statige, trotse balzaalprocessie. Tot Chopins beroemdste behoren de Militaire Polonaise in A, de Polonaise in fis-mineur en de Heroîsche Polonaise in As. Ook de mazurka is een Poolse dans. Het is een getrouwe afspiegeling van Chopins wezen - eerder emotioneel dan intellectueel, en pendelend tussen droefgeestig en blijmoedig.
De nocturnes - dromerige, melodieuze avondmuziek, zoals de naam al suggereert - bevatten melodieën die door sommigen als de mooiste uit de hele literatuur worden beschouwd. Hoewel Chopin de nocturne niet heeft 'uitgevonden' - de titel “Nocturne” is door de rondreizende Ierse pianovirtuoos en componist John Field in 1812 geïntroduceerd - komt hem de eer toe zowel de nocturne als de stijl beroemd te hebben gemaakt. Lang na Chopins dood zou Fauré dertien nocturnes schrijven.
Ook de scherzi omvatten het hele spectrum van emoties, vanaf grote hartstocht tot de luchtigheid van de fantasie. In de regel was een scherzo het derde deel van een symfonie, pianosonate of kwartet, maar Chopins scherzi zijn op zichzelf staande, dramatische composities.
De preludes, vrijwel allemaal heel kort, zijn geen preludes in de zin dat ze iets inleiden. Ook deze werkjes staan op zichzelf. De Chopin-pleitbezorger Liszt zei: “Ze bezitten de vrije en grootse hoedanigheden die de scheppingen van een genie kenmerken.” Schumann voegde hieraan toe: “Ik moet ze zeer opmerkelijk noemen. Ik beken dat ik iets heel anders had verwacht, uitgewerkt in grootse stijl, zoals de etudes... In elk stuk vinden we echter zijn verfijnde, vrede uitademende schrijfwijze terug... Hij is de stoutmoedigste en meest trotse dichterlijke ziel van onze tijd.”
De naam etude wordt normaal gesproken gebruikt voor een oefenstuk voor iemand die een instrument leert bespelen. Chopins etudes zijn echter algemeen erkend als meesterwerken op zichzelf.
Hoewel Chopin minder radicaal was dan Berlioz en in mindere mate de compositieregels negeerde dan Liszt, die ernaar streefde de piano te laten klinken als een symfonieorkest, was Chopin een geboren experimenteerder. Volgens de musicologen maakte hij volop gebruik van dissonanten, al waren het niet de 'schrijnende' of 'pijnlijke' dissonanten die hun intrede deden in de 'moderne' muziek van de twintigste-eeuwers. Ze worden door de kenners 'gecamoufleerde' dissonanten genoemd, die geen afbreuk doen aan de klankschoonheid van zijn werken. Als het over Chopins pianospel gaat, gebruiken de kenners dezelfde termen als die waarmee ze zijn composities beoordelen. Zijn spel was nauwkeurig, zonder excessen of slordigheden, en niets erin was onbeheerst. Ten alle tijde gaf hij blijk van goede manieren, een voorname opvoeding en dichterlijke warmte.
De meningen van de deskundigen over de vraag hoe 'groots' de muziek is van Chopin, zijn verdeeld, maar men is unaniem van mening dat hij nauwelijks of geen 'slechte' muziek heeft geschreven. Ook is men het er nagenoeg over eens dat zijn hele oeuvre uitmunt in klankschoonheid, subtiliteit, stralende pracht en grote emotionele zeggingskracht.
Graag uw aandacht voor Chopins magistrale Fantaisie-Impromptu in c, opus 6 in een geweldige live uitvoering door Daniil Trifonov:
De geschiedenis van het Chopin Concours in Warschau
De eerste Fryderyk Chopin International Piano Competition in Warschau vond plaats in 1927 en was een initiatief van professor Jerzy Żurawlew, een Poolse pianist en pedagoog. De wedstrijd werd georganiseerd door de Warsaw Music Society, met de president van de Republiek Polen, Ignacy Mościcki, als beschermheer. Het concours werd – en wordt nog steeds - gehouden in de fraaie Philharmonie van Warschau en er namen tijdens die eerste editie (nog slechts) 26 pianisten deel, afkomstig uit acht landen. Winnaar was de Rus Lev Oborin, die later vooral naam zou maken als de vaste begeleider van de legendarische violist, David Oistrakh. De tweede prijs werd toegekend aan een van de meest vooraanstaande Poolse pianisten uit die tijd, Stanisław Szpinalski. En wist u dat ook de beroemde componist Dmitri Sjostakovitsj tot de deelnemers behoorde? Er werd besloten om het concours om de vijf jaar te organiseren.
Winnaars van het Chopin Concours
Voor de Tweede Wereldoorlog werden er nog twee edities georganiseerd: in 1932 was de winnaar Aleksander Uninsky en in 1937 Jakov Zak (de derde prijs ging naar Witold Małcużyński). De eerste wedstrijd na de oorlog vond plaats in 1949 en de triomfantelijke winnaars waren ex aequo twee vrouwelijke pianisten: Halina Czerny-Stefańska en Bella Davidovich. Ten gevolge van de lange wederopbouw van de Philharmonie, vond het volgende concours een jaar later plaats dan de bedoeling was, namelijk in 1955. Hierbij zegevierden drie grote pianisten: Adam Harasiewicz, Vladimir Ashkenazy en Fou Ts'ong. Onder de winnaars van de latere edities bevinden zich tal van wereldberoemde namen, zoals Maurizio Pollini, Martha Argerich, Garrick Ohlsson, Krystian Zimerman, Rafał Blechacz en de winnaar van de laatste wedstrijd, Seong-Jin Cho. Het concours heeft ook de weg geopend naar een internationale carrière voor vele andere prijswinnaars, waaronder Mitsuko Uchida, Gabriela Montero en Daniil Trifonov. Dit geldt ook de talrijke pianisten die ‘slechts’ speciale prijzen ontvingen. Onder hen ook een groot aantal bekende namen, zoals Ivo Pogorelic, Nelson Goerner, Angela Hewitt, Christian Zacharias en Emanuel Ax, om er een paar te noemen.
Chopin Concours: de jury
Tot de wereldwijde faam en het prestige van het Chopin Concours hebben ongetwijfeld de juryleden (inclusief erejuryleden), speciale gasten en leden van erecommissies - onder wie de meest vooraanstaande vertegenwoordigers van de wereldcultuur van de 20e en 21e eeuw – bijgedragen. Onder hen bevinden zich illustere namen, zoals Karol Szymanowski, Marguerite Long, Maurice Ravel, Witold Lutosławski, Nadia Boulanger, Wilhelm Backhaus, Artur Rubinstein, Arturo Benedetti-Michelangeli, Stefan Askenase, Nikita Magaloff, Mieczysław Horszowski, Nelson Freire en Krzysztof Penderecki.
Klaar voor de toekomst
De Chopin Competitie bevestigt de tijdloosheid van de muziek van de briljante Poolse componist. Immers, vanaf het allereerste begin is het concours eigenlijk veel meer dan alleen een muziektoernooi van het hoogste niveau. Met een groeiend aantal pianistische talenten van over de hele wereld trekt het concours niet alleen de aandacht van de internationale muziekgemeenschap en muziekliefhebbers, maar ook van degenen die normaliter weinig in contact komen met klassieke muziek. In Polen wordt de finaledag van het evenement zelfs beschouwd als een soort nationale feestdag en is voorpaginanieuws; wereldwijd behoort het concours tot de belangrijkste muziekevenementen.
De organisatie blijft ondertussen niet stil zitten en realiseert zich terdege dat de 21e eeuw veel veranderingen met zich heeft meegebracht en zet ter propagering van het concours in het algemeen en de composities van Chopin en het pianospel in het bijzonder de nieuwste technologieën en ook de sociale media veelvuldig in. Zo wordt het hele evenement uitgezonden op radio en tv, kan worden bekeken in streamingtechnologie en worden gevolgd op sociale media en door middel van een speciale applicatie. Indrukwekkende statistieken tonen aan dat de belangstelling voor de Competitie nog steeds groeiende is.
Graag laten wij u een relatief onbekend werk van Chopin horen, namelijk zijn Cellosonate in g, opus 65. Het 4-delige stuk is werkelijk prachtig en het langzame deel hartverscheurend mooi. Zeker ook in de legendarische interpretatie van celliste Jacqueline Du Pré met Daniel Barenboim aan de vleugel:
Bekende locaties van Chopin in Warschau
Het Chopin Museum
Het Muzeum Fryderyka Chopina is geheel gewijd aan Chopin en is sinds 1955 gevestigd in het Ostrogskipaleis. In dit door Tielman van Gameren ontworpen 17e-eeuwse stadspaleis zetelen ook de Chopinvereniging en het Chopininstituut. Het uitgebreide museum beslaat maar liefst vijf verdiepingen. De collectie werd sinds 1934 verzameld door een initiatiefgroep onder leiding van ondermeer de componist Karol Szymanowski. De basis werd gelegd doordat dertien belangrijke handschriften werden gekocht van Ludwika Ciechomska, de kleindochter van Chopins zuster Ludwika Jędrzejewicz, en Bogusław Kraszewski. De collective bestaat uit ca. 7000 objecten, waaronder handschriften, brieven, foto's, juwelen en grafieken. Onder de stukken bevinden zich tevens een afgietsel van Chopins linkerhand, zijn dodenmasker en verschillende piano's. Een deel van de nalatenschap van Chopin werd in 1999 op de Werelderfgoedlijst van UNESCO geplaatst en is ook in het museum te zien. Eens per week vindt er een pianorecital plaats door studenten van het Conservatorium.
Heilige Kruiskerk
Gelegen aan de Krakowskie Przedmieście direct tegenover de Universiteit van Warschau, domineert de machtige barokke façade met de twee torens van de Heilige Kruiskerk de straat. De kerk in zijn huidige vorm stamt uit de 17e eeuw. De kerk is het toneel geweest van veel belangrijke ceremoniën in Warschau en veel belangrijke momenten uit de geschiedenis van de familie Chopin zijn ermee verbonden. Zo werden de zusters Izabella en Emilia van Chopin in de kerk gedoopt. Conform het testament van de componist bracht zijn oudste zus Ludwika Chopin’s hart – verborgen onder haar rok - naar Warschau, waar de urn werd ingemetseld in een pilaar in de kerk. Tijdens de Opstand van Warschau in 1944 raakte de kerk zwaar beschadigd, nadat de Duisters haar hadden opgeblazen. De kerk werd tussen 1945 en 1953 herbouwd door Zborowski in een simpele architectonische vorm. Het orgel van de Heilig Kruiskerk is het grootste van Warschau en werd in 1925 in Salzburg gebouwd.
Chopin Monument in het Lazienki Park
Het zeer karakteristieke monument in het fraaie Lazienki Park is het enige voorbeeld van art nouveau-monumentarchitectuur in Warschau en werd door Wacław Szymanowski ontworpen t.g.v. de honderdste geboortedag van Chopin in 1910. Het beeld werd opgeblazen op 31 mei 1940 en het was het eerste monument dat werd verwoest door de Duitse bezetter in Warschau. Volgens een legende vond men op de plek een bord met de volgende handgeschreven tekst erop: "Ik weet niet wie mij heeft vernietigd, maar ik weet wel waarom: zodat ik de Begrafenismars niet voor je leider kan spelen”. Na de oorlog werd het monument herbouwd. De gestileerde wilg boven de zittende figuur van Chopin weerspiegelt de hand en vingers van een pianist en aan de rechterkant ziet u de kop van de Poolse adelaar.
Tijdens de zomermaanden vinden iedere zondag om 12:00 en 16:00 uur gratis openluchtconcerten met werken van Chopin plaats bij het monument, uitgevoerd door uitstekende pianisten van over de hele wereld.
Czapski Paleis
Het Pałac Czapskich is gebouwd in de rococostijl en staat tegenover de universiteit van Warschau. In het paleis woonden verschillende historische personen. In 1947 kwam het gebouw in handen van de Academie voor Schone Kunsten, die er sinds 1985 ook een museum heeft. De bouw werd rond 1686 gestart in opdracht van aartsbisschop Michael Stephan Radziejowski naar het ontwerp van de Nederlandse architect Tielman van Gameren. Het paleis wisselde minstens tien maal van eigenaar en van 1827 tot 1830 woonde de familie Chopin hier. Hun zoon Frédéric vertrok hier in 1829 en keerde hier door de Russische inval niet meer terug. In het zuidelijke gedeelte van het paleis is op de tweede verdieping de Salon Chopin ingericht, met allerlei meubilair en memorabilia die herinneren aan het werk en leven van de componist.
Visitandinnenkerk (Nonnenkerk)
De Kościół Wizytek behoort tot de belangrijkste sacrale bouwwerken van Warschau en dateert uit de 18e eeuw. De basiliek is een van de weinige bouwwerken in de binnenstad van Warschau die tijdens de Tweede Wereldoorlog niet werd verwoest. De vele kunstwerken die in de kerk gedurende de loop der eeuwen werden verzameld zijn hier nog altijd aanwezig. De bijzondere rococo-kansel is het ontwerp van Ephraim Schröger en is uitgevoerd in de vorm van een schip. Tijdens schoolmissen speelde de nog jonge Frédéric Chopin op het orgel in de kerk.
Chopin Monument in het Lazienki Park
Al sinds de 17e eeuw stond op de plek van het Pałac Belwederski het paleis van de Litouwse grootkanselier graaf Krzystof Pac. Door het mooie uitzicht kreeg het paleis de naam Belvedère. In de eerste helft van de 18de eeuw werd het paleis verbouwd in een barokke stijl door de familie Lubomirski. Van 1818 tot 1830 was het de residentie van de Russische Groothertog Constantijn, hij vluchtte na de Opstand van november 1830, maar had het in 1822 door nog wel door Kubickie in classicistische stijl laten verbouwen. Al op achtjarige leeftijd mocht de jonge Chopin hier regelmatig optreden voor groothertog Constantijn, broer van de Russische tsaar Alexander. Het paleis, gelegen in het Koninklijke Badpark, staat er gelukkig nog steeds. Het had immers een haar gescheeld of het paleis was opgeblazen door de Duitsers. Zij hadden vlak voor zij op de vlucht sloegen, de gaten waar de dynamietstaven in gestopt zouden worden al in de muren geboord!
Wist u dat Chopin ook prachtige liederen heeft geschreven? Luistert u naar het lied op tekst van Stefan Witwicki, een vriend van de familie, dat hij in 1837 componeerde: 'Moja pieszczotka' (Mijn lieveling) voor zang en piano, opus 74 nr. 12. U hoort sopraan Teresa Zylis-Gara en pianiste Halina Czerny-Stefanska in dit onmiskenbare ‘Chopiniaanse’, Poolse lied.
Chopins geboortehuis in Zelazowa Wola, vlakbij Warschau
Fryderyk Chopin werd op 22 februari 1810 in Zelazowa Wola geboren uit een Poolse moeder (Tekla Justyna Krzylanowska) en Franse vader Mikolaj (Nicolas) Chopin, met verre Poolse roots. De woning van de familie Skarbek, waar de vader van de componist huisleraar was, is niet bewaard gebleven, maar het huis dat de familie Chopin zelf bewoonde, trekt muziekliefhebbers van over de gehele wereld. Het ligt in een mooie grote tuin aan een klein riviertje. De familie Chopin verhuisde reeds een jaar na zijn geboorte naar Warschau, maar het is bekend dat Frédéric zijn geboorteplaats vaak opzocht, voordat hij in 1830 Polen voorgoed verliet. Het portret aan de muur in de vroegere keuken is een kopie van een schilderij van Delacroix. In de volgende kamer staat een grote Steinwayvleugel, waarop van juni tot september recitals worden gegeven. De grote ramen staan dan open en de muziek verspreidt zich over de tuin waar het publiek op het terras of onder de bomen kan luisteren. Elders in het huis staan familiefoto's en herinneringen aan de musicus.
De Sint-Rochus en Johannes de Doperkerk in Brochów
In Brochów staat een 16de-eeuwse weerkerk, gewijd aan Sint-Rochus en Johannes de Doper. Omgeven door een muur met hoektorens, is de kerk een van de meest waardevolle religieuze monumenten uit de Renaissance die ook een defensief karakter had. Op 23 april 1810 werd Fryderyk Chopin in deze parochiekerk gedoopt. Ook zijn ouders zijn er getrouwd, evenals de oudste zus van de componist, Ludwika.