Bel ons
Menu
Sluit
Bel ons
Menu
Sluit
Home
De geschiedenis van het Three Choirs Festival

De geschiedenis van het Three Choirs Festival

Three Choirs Festival Engeland

In een traditie die ruim drie eeuwen (!) teruggaat, fungeren iedere zomer de steden Gloucester, Hereford en Worcester beurtelings als gastheer van het oudst overlevende niet-competitieve muziekfestival ter wereld. Jaarlijks strijkt het Philharmonie Orchestra uit Londen in The Heart of England neer, om samen met de ca. 175 koorleden duizenden mensen te verblijden met hun spel en zang, en dat in de prachtige ambiance van die magnifieke kathedralen van Worcester, Hereford en Gloucester.

In de tien jaar dat Hannick Reizen het Three Choirs Festival bezoekt is de kwaliteit steeds constant en hoog gebleven. Voor onze jaarlijkse reizen schaven wij echter wel steeds weer bij: het beste en mooiste behouden wij, sommige excursies of hotels ruilen we in voor (nog) mooiere. Bovendien heeft ieder van de drie steden z’n eigen karakter en aantrekkelijke excursiedoelen in de buurt. De reis mooier, ‘Britser’ en sfeervoller beginnen dan in het prachtige, sfeervolle Spa Hotel van Royal Tunbridge Wells bestaat bijna niet. Bevinden wij ons echter in Worcester, dan bezoeken wij bijvoorbeeld Elgar’s Birthplace en Stratford-upon-Avon, maar vanuit Gloucester is Bath weer makkelijker bereikbaar. 

Hoe is dit eeuwenoude festival nu eigenlijk ontstaan, wat is dat nu weer voor typisch Engelse traditie, wie hebben er nu werkelijk opgetreden in al die eeuwen? Wij zochten het voor u uit! 

Evensong Worcester

Ontstaan van het Three Choirs Festival -
de eerste jaren en 18e eeuw

Het eerste gedrukte bewijs voor de oorsprong van de triënnale 'Music Meeting' verscheen in 1719 in een editie van de Worcester Postman, waarin melding werd gemaakt van de Yearly Musical Assembly, hetgeen erop wijst dat er al een jaarlijks terugkerend evenement moet zijn geweest vóór 1719. Sinds 1920 wordt de nummering van het festival gerekend vanaf het jaar 1715, met uitzondering van twee onvermijdelijke onderbrekingen veroorzaakt door de Wereldoorlogen I en II, al vermoedt men de laatste jaren sterk dat het festival al voor 1715 moet zijn begonnen.

Er waren eens…. twee jonge organisten, Henry Hall junior en William Hine, die waren verbonden aan de kathedralen van Hereford en Gloucester. Zij waren niet alleen goede collega’s, maar ook vrienden en – wat vrij ongewoon was – zij werkten samen aan de compositie voor een gezamenlijke ochtenddienst, genaamd: Hall and Hine in E Flat, waarbij Hall het Te Deum voor zijn rekening nam en Hine het Jubilate. Deze samenwerking zou de kiem vormen voor Three Choirs. De eerste muzikale bijeenkomsten duurden twee dagen en begonnen met een ochtenddienst in de kathedraal en daarbij werden door Hall en Hine beide koren ingezet. In de teruggevonden jaarrekening van Gloucester Cathedral is een betaling van £2 aan Hall terug te vinden. Dus, als dan inderdaad een eerste gemeenschappelijke dienst in 1709 in Gloucester zou hebben plaatsgevonden, het jaar daarop gevolgd door een tweede in Worcester, dan zou ‘het 3-jaren schema’ kloppen, als men deze aan de eerste bekende en gedocumenteerde festivals spiegelt, want officieel gedocumenteerd zijn 1719 in Worcester, 1720 in Hereford en 1721 in Gloucester. Wat in ieder geval zeker is, is dat de reguliere jaarlijkse muzikale bijeenkomsten begonnen bij de plaatselijke muziekverenigingen.

In feite zijn de bijeenkomsten van de drie koren van Gloucester, Hereford en Worcester ontstaan doordat de leden van de lokale muziekverenigingen uit die steden jaarlijks – om de beurt – een bezoek aan elkaar brachten met als doel zich gedurende twee dagen gezamenlijk te verdiepen in divers zangrepertoire en daarbij gelijk ook hun muzikale prestaties te verbeteren. Deze clubs/verenigingen bestonden voornamelijk uit leden van de verschillende (kathedraal)koren, aangevuld met nog enkele muziekliefhebbers uit de drie steden en naaste omgeving.

De muziekverenigingen uit die tijd organiseerden bijeenkomsten om met elkaar niet alleen plezier, maar ook wereldlijke muziek te maken, omdat seculiere muziek in die tijd verbannen was uit de kathedralen. Zelfs Händels Messiah mocht aanvankelijk en lange tijd niet worden uitgevoerd in de kerk. De Grote Zaal van het Vicarissenkoor in Hereford bijvoorbeeld, groeide in de loop der tijd uit tot een zeer actieve, muzikale club, wier activiteiten verder hebben bijgedragen tot de kern van de 3-jaarlijkse muzikale meetings. De club werd omschreven als: “an establishment of little expense; the performances were all gratis, except that of Mr Woodcock, their leader, whose nightly pay was five shillings”. De leden werden onthaald met bier, cider en tabak. Deze muzikale bijeenkomsten, met de bijbehorende attracties, zoals diners, bals en paardenraces, vormden een welkome afleiding en goede ‘voorbereiding’ op de serieuzere zaken en de lange winter die weer voor de deur stond.

Gedurende deze beginperiode dienden de bijeenkomsten dan ook voornamelijk een sociaal doel in plaats van charitatieve doeleinden, maar dat zou snel veranderen...

Thomas Bisse (1675-1731), bisschop van Hereford Cathedral vanaf 1716, was een uitnemend predikant, die een oprechte bezorgdheid voor de ellendige toestand van vele van zijn geestelijke broeders en hun families aan de dag legde. In zijn tijd won al snel het idee terrein waarbij de jaarlijkse bijeenkomsten een liefdadig doel zouden moeten dienen - vergelijkbaar met de jaarlijkse dienst in London, voor The Corporation of the Sons of the Clergy – oftewel: het inzamelen van geld voor de opvang van armen, geestelijk minder bedeelden, weduwen en wezen. In zijn preek van 1724 tijdens een van de bijeenkomsten in Gloucester, stelde Bisse voor het eerst voor om een collecte op te nemen in het programma, na het houden van de ochtenddienst: “for placing out, or assisting the education and maintenance of the orphans of the poorer clergy belonging to the dioceses of Gloucester, Worcester and Hereford, or of members of the three respective choirs”. In de volgende jaren, eerst in Worcester en het jaar daarop in Hereford, volhardde Bisse in zijn doel en uiteindelijk werd het een gebruik om na ieder concert een collecte te houden.

William Hayes (1708-1777), een leerling van William Hine in Gloucester en een fervent Händeliaan, was tot 1734 organist in Worcester. Georg Friederich Händel (1685-1759) werd de dominante componist in de programma's, die vanaf 1733 optredens van “the most eminent performers from the metropolis” bevatten. Hayes werd later hoogleraar muziek in Oxford en bouwde een nationale reputatie op als componist, dirigent en organist, waarbij hij regelmatig optrad bij de edities van Three Choirs in de jaren 1750 en 1760.

William Boyce (1711-1799) nam het roer over als dirigent van de Music Meetings en diende vele jaren. Zijn anthems werden regelmatig opgevoerd tijdens Meetings in de 18e eeuw en tijdens de wereldlijke concerten prijkten zowel zijn Solomon als The Shepherd's Lottery op de affiches.
In 1745 voerde componist en organist Maurice Greene (1696-1755), daarbij vergezeld door musici van The Royal Chapel, Westminster Abbey en St Paul’s, zijn eigen pastorale Love’s Revenge uit.

Luistert u naar een stukje Solomon van Boyce door The Orchestra en Choir of the Enlightenment:

 

Messiah van Händel mocht dus aanvankelijk niet in de kerk worden uitgevoerd. De eerste uitvoering vond onder leiding van Hayes plaats en wel tijdens de Music Meetings van 1757. Dat veranderde in 1759, toen Richard Clack, organist van Hereford van 1754 tot 1779, de leiding kreeg over de Meetings. Hij kreeg het voor elkaar om Messiah in de kathedraal uit te voeren en zette daarmee een eeuwenlange traditie in gang. Immers, vanaf dat jaar zou Messiah ieder jaar geheel of gedeeltelijk worden uitgevoerd. Deze traditie zou stand houden tot 1963! Uiteraard prijkt het meesterwerk nu ook nog regelmatig op de affiches van ‘3 Choirs’. In 1788 woonde King George III overigens in Worcester een uitvoering van Messiah bij.

…en ook nog naar een fragment uit Messiah, omdat het zulke ongelofelijk mooie muziek is en blijft: He shall feed His flock, in een oudere, maar o zo prachtige, live-opname met Anne Sophie von Otter, Sylvia McNair en de Academy and Chorus of St. Martin-in-the-Fields.

 

In 1772 werden er zowaar ook dames toegelaten tot het festival. “Miss Radcliffe and others of the celebrated female chorus singers from the North of England” werden geëngageerd om de jongensstemmen van het koor te versterken.

Three Choirs Festival: de 19e eeuw 

- de belangrijkste edities en muzikale hoogtepunten - 

Al in 1800 – dus slechts 2 jaar na de voltooiing – stond The Creation (de Engelstalige versie van Die Schöpfung) van Franz Joseph Haydn (1732-1819) in Worcester op het programma.
Tijdens de editie van Gloucester in 1838 werd voor het eerst officieel gesproken van het Three Choirs Festival. Tijdens deze editie maakte Queen Victoria, die eerder in 1830 – toen nog als prinses - een uitvoering had bijgewoond van het festival, voor de tweede keer haar opwachting.
In 1847 vond al, slechts een jaar na de première in Birmingham, een succesvolle uitvoering plaats van Elijah, het oratorium van Felix Mendelssohn (1809-1847). Nog steeds behoort het oratorium tot de favorieten bij zowel publiek als musici. In 1864 werden voor het eerst kamermuziekconcerten geïntroduceerd op initiatief van George Townshend Smith, de organist van Hereford. In 1871 was voor het eerst de Matthäus Passion van Johann Sebastian Bach (1685-1750) te horen tijdens het festival. Dit ‘uiteraard’ in het Engels, als St Matthew Passion.

In 1878 maakte componist Edward Elgar (1857-1934) voor de eerste keer zijn opwachting als violist en speelde mee in het Festival Orchestra. Elgar zou gedurende zijn werkzame leven als componist een warme band met het festival blijven onderhouden en verschillende van zijn werken zijn tijdens Three Choirs in première gegaan. Als eerste werk was dat in 1890 zijn Ouverture Froissart en in 1896 werd in Gloucester The Light of Life (Lux Christi) ten doop gehouden. In de edities van 1879 en 1880 dirigeerden resp. Arthur Sullivan (1842-1900) en Hubert Parry (1848-1918) eigen werk en de première van zijn ‘Scenes from Shelley’s ‘Prometheus Unbound’, een werk dat door Sir Henry Hadow wordt beschouwd als “The birth of modern English music”. Ook tijdens de daaropvolgende edities zouden beide heren weer regelmatig op de bok terugkeren en voornamelijk eigen werk dirigeren. In 1891 dirigeerde Charles Villiers Stanford (1852-1924) zijn Tweede Symfonie.

Trots is men nog altijd op het feit dat Antonín Dvořák (1841-1904) in 1884 in Worcester uitvoeringen dirigeerde van zijn Stabat Mater en zijn Zede Symfonie. In Gloucester vonden in 1898 de eerste Engelse uitvoeringen plaats van de Quattro pezzi sacri van Giuseppe Verdi (1813-1901). Een jaar later dirigeerde Elgar in Worcester voor de eerste keer zijn Enigma Variations en het jaar daarop in Hereford Caractacus (Scene III). Ook in 1901 stond de componist weer voor het orkest en koor. Delen van The Dream of Gerontius waren onderdeel van de Openingsdienst en een jaar later vond de eerste complete van uitvoering The Dream plaats onder zijn leiding. De komende 30 jaar zou hij als de meest gespeelde én dirigerende componist van het festival fungeren. Van de composities die hij dirigeerde noem ik ook nog The Apostles, Overture In the South en The Kingdom.

U kunt hier de volledige registratie bekijken van The Dream of Gerontius vanuit Worcester Cathedral. Het betreft de legendarische live opname van het concert uit 1984 met het BBC Welsh Symphony Orchestra, Festival Chorus, Worcester Cathedral Choir, de solisten Janet Baker, Stuart Burrows en Benjamin Luxon o.l.v. Andrew Davis.

 

Three Choirs Festival: 20e eeuw tot aan WOII 

- de belangrijkste edities en muzikale hoogtepunten - 

In 1909 dirigeerde Frederick Delius (1862-1934) de eerste uitvoering van zijn Dance Rhapsody nr. 1 en een jaar later ging onder leiding van de componist Fantasia on a Theme by Thomas Tallis van Ralph Vaughan Williams (1872-1958) in première. Net als ondermeer Elgar en Parry zou hij steeds weer terugkeren bij het festival en ook veel eigen werk dirigeren, zoals Five Mystical Songs en Fantasia on Christmas Carols. 

En wat dacht u hiervan? Onder de baton van de componist speelde Fritz Kreisler (1875-1962) het Vioolconcert van Elgar, dat ook aan hem is opgedragen en een jaar eerder met beide heren in première (1910) was gegaan! We zijn er nog niet voor wat betreft de beroemde componisten, want in 1913 dirigeerde Camille Saint-Saëns (1835-1921) in Gloucester hoogstpersoonlijk de wereldpremière van zijn Engelstalige oratorium The Promised Land en was ook nog eens de pianosolist in een uitvoering van Mozart’s pianoconcert in Bes, KV 595. En wist u dat tijdens datzelfde festival de Finse sopraan Aïno Ackté de solopartij zong tijdens de wereldpremière van Luonnatar van Jean Sibelius (1865-1957)…?! 

Luistert u naar een stukje van het 2e deel - Andante - uit Elgars Vioolconcert, recentelijk opgenomen tijdens een cd-sessie van de Berliner Philharmoniker o.l.v. Sir Simon Rattle, in het corona-tijdperk. Vioolsolist is Renaud Capuçon.

 

Tijdens WO I werd het festival niet georganiseerd, de eerste editie daarna vond in 1920 plaats in Worcester. Hierbij dirigeerden de populaire componisten Elgar en Vaughan Williams weer eigen werk. Opvallend was ook dat de koralen tijdens de uitvoering van de Mattheus-Passion vanaf de toren van de kathedraal werden gespeeld door koperblazers.

Het jaar daarop dirigeerde Elgar in Hereford voor het eerst buiten Londen zijn Celloconcert, met als soliste Beatrice Harrison. Gustav Holst (1874-1934) dirigeerde zijn Hymn of Jesus. De jaren daarna zou Holst een graag geziene gast blijven in de kathedralen.

In 1925 zond de BBC voor het eerst rechtstreeks een concert uit én er stond voor het eerst een vrouwelijke dirigent op de bok: Dame Ethel Smyth (1858-1944) dirigeerde ondermeer uitvoeringen van zichzelf. Tijdens later edities zou zij regelmatig terugkeren met eigen werk.
Tijdens het eerste van zijn drie bezoeken – andere volgden in 1937 en 1948 - aan Three Choirs in 1928, dirigeerde de Hongaarse componist Zoltán Kodály (1882-1967) zijn Psalmus Hungaricus.

Over Dame Ethel Smyth kunt u meer zien en horen in dit korte filmpje. Wát een dame was dat, zó daadkrachtig en bijzonder!


In 1929 verscheen dan eindelijk ook Bachs Johannes-Passion op het programma.
Tijdens de editie van 1931 maakten in Gloucester maar liefst vier componisten hun muzikale opwachting: Holst dirigeerde de première van zijn Choral Fantasia en een uitvoering van de Hymn of Jesus, Vaughan Williams dirigeerde de eerste concertante uitvoering van Job, Robin Milford (1903-1959) de wereldpremière van A Prophet in the Land en Herbert Howells (1892-1983) dirigeerde de première van In Green Ways.

En ook in 1932 verscheen er in Worcester naast Vaughan Williams nog een levende legende voor het orkest en koor: componist William Walton (1902-1983) dirigeerde zijn Portsmouth Point Overture en zijn magnifieke Altvioolconcert. Zijn beroemdst en spectaculairste werk, Belshazzar's feast uit 1931, behoort nog altijd tot de publiekslievelingen, maar stelt bijzonder hoge eisen aan zowel koor als orkest.
In Hereford nam Elgar in 1933 afscheid van Three Choirs met Gerontius, The Kingdom en een setting voor altviool van zijn geliefde celloconcert. In 1937 dirigeerde Kodály zowel zijn Budavari Te Deum als zijn motet Jesus and the Traders. Pas in 1946 werd het Three Choirs Festival hernomen in Hereford.

Kijkt en luister u naar een opname van Belshazzar’s Feast van Walton tijdens een van de Promconcerten uit 2019 vanuit de Royal Albert Hall met bariton Gerald Finley, het Orfeó Català Youth Choir, Orfeó Català, het London Symphony Chorus en London Symphony Orchestra o.l.v. Sir Simon Rattle.

 

Three Choirs Festival: vanaf WOII tot heden

- de belangrijkste edities en muzikale hoogtepunten - 

Vanaf 1946 keerden enkele ‘gouden ouden’ terug op de bok en op de affiches in Gloucester, waaronder de dirigerende componisten Vaughan Williams, Gerald Finzi (1901-1956), Kodály, Howells en Sir Arthur Bliss (1891-1975).

Eind jaren ’50 en in de jaren ’60 werd het repertoire van het festival gestaag uitgebreid met composities die inmiddels als ‘standaard’ beschouwd kunnen worden. Naast de al eerder genoemde componisten en werken, doelen wij dan op ondermeer het Stabat Mater en Gloria van Francis Poulenc (1899-1963), Terra Pax van Frank Martin (1890-1974), de Missa Glagolitica van Leoš Janáček (1854-1928), de Psalmensymfonie van Igor Stravinsky (1882-1971), Das Paradies und die Peri van Robert Schumann (1810-1856), A Child of Our Time van Michael Tippett (1905-1998) en composities van Luigi Dallapiccola (1904-1975), Aaron Copland (1900-1990) en uiteraard van Leonard Bernstein (1918-1990); zijn Chichester Psalms behoren ook in Nederland al jaren tot het korenstandaardrepertoire.

Speciale vermelding verdienen hier natuurlijk componist Benjamin Britten (1913-1976) en zijn levensgezel, tenor Peter Pears (1910-1986). Britten dirigeerde vanaf begin jaren ’60 regelmatig eigen werk, zoals zijn St. Nicholas Cantate met Pears als solist, de Sinfonia da Requiem en al in 1963 de derde uitvoering ooit van zijn legendarische War Requiem. Ook begeleidde hij Pears in recitals vanachter de vleugel, waarbij zij ondermeer Britten’s Isaac and Abraham canticle vertolkten. 

Hier verschijnen de heren op Schiphol vanwege hun optredens in het Holland Festival van 1950:

 

Hun gezamenlijke optredens wisten en weten nog altijd intens te ontroeren:

 

Het repertoire bleef en blijft zich uitbreiden. Zo waren in de jaren ’70 bijvoorbeeld het Stabat Mater van Krysztof Penderecki (1933-2020), het Requiem van Martin, nieuw werk van Harrison Birtwistle (1934), Peter Maxwell Davies (1934-2016), Chant des Captifs van Jean Martinon en Hymnus Amoris van Carl Nielsen (1865-1931) te horen en in de jaren ’80 de Missa Solemnis van Franz Liszt (1811-1886). En uiteraard verschenen er ook steeds vaker composities van Gustav Mahler (1860-1911) op de programma’s. Zo is inmiddels zijn 8e Symfonie der Tausend al verschillende keren uitgevoerd (ook in mijn aanwezigheid) en dirigeerde de jonge Simon Rattle al in 1983 Deryck Cooke’s ‘complete versie’ van zijn – onvoltooide’ 10e Symfonie.

In de jaren ’80 en ’90 waren ook het Requiem van Andrew Lloyd Webber (1948) en (ouder en nieuw) werk van ondermeer James MacMillan (1959) en voor het eerst La Damnation de Faust van Berlioz, de 1e Acte Parsifal van Richard Wagner (1813-1883) en het Stabat Mater van Karol Szymanowski (1882-1837) voor het eerst te horen.

Welk bekend koorwerk en wellicht onbekender koorwerk van Britse componisten klonk er NIET tijdens het ‘Three Choir Festival’?! Ieder jaar opnieuw worden er compositieopdrachten verstrekt en vinden er wereldpremières plaats tijdens het festival. Niet alleen werden er in de loop der tijd steeds meer radio-opnames – gedeeltelijk rechtsreeks – gemaakt door de BBC, ook werden en worden er regelmatig concerten opgenomen voor de TV.

Afsluiting

Hopelijk bent u  onder de indruk geraakt van de rijke (muziek)historie van het Three Choirs Festival dat zijn gelijke niet kent in de wereld. Van een spontane muzikale bijeenkomst is het festival gegroeid tot wat het nu is. Het festival is inmiddels een registered charity en sinds 1986 worden bij de concerten geen collectes meer gehouden. Over de verdeling van de opbrengsten van de inkomsten uit de kaartverkoop, subsidie en sponsoring beslissen tegenwoordig de decanen en de besturen van de drie kathedralen. Er wordt echter nog altijd wel kort voorgegaan bij de concerten, zij het zéér kort en altijd weer met een ingrediënt typisch Engelse humor!

De programma's van vandaag zijn innovatiever dan ooit tevoren, het succes van het moderne festival weerspiegelt zich in een vraag naar tickets, die het aanbod regelmatig overtreft.
Zoals Thomas Bisse het in 1729 zei: “We are now become a great band; and a greater we may yet grow!”

Ontdek meer verhalen

Laat u inspireren door musici, reisverslagen of achtergrondverhalen bij de mooiste bestemmingen