Bel ons
Menu
Sluit
Bel ons
Menu
Sluit
Home
Thüringer Bachwochen

Thüringer Bachwochen

Thüringer bachwochen

De muziekreis naar Thüringen vormde de aanleiding tot dit blog. Thüringen eert jaarlijks in het voorjaar zijn bekende zoon Johann Sebastian Bach (1685-1750) met een meerwekelijks festival. 

Zijn muziek wordt ten gehore gebracht in steden zoals Eisenach, Weimar en Arnstadt, in kerken en concertzalen, in burchten en op pleinen. Tijdens de openingsdag van dit festival nodigen de inwoners van Thüringen de bezoekers uit om huisconcerten te bezoeken. Van professionele topmusici tot muziekliefhebbers die in hun eigen huis musiceren. Het bezoek aan deze huisconcerten is gratis. Sowieso ademt de Duitse deelstaat – met als hoofdstad de universiteitsstad Erfurt - muziek. Johann Sebastian Bach werd er geboren, Richard Wagner, Franz Liszt en andere bekende componisten en musici hebben in deze regio gewerkt en geconcerteerd. In dit blog vertellen wij u graag iets meer over het festival, Thüringen in het algemeen, een selectie van de ‘belangrijkste’ steden - vanuit cultuurhistorisch oogpunt bezien - in het bijzonder en de rol die de verschillende ‘Bach-locaties’ in het leven en werk van de grootse componist aller tijden hebben gespeeld.

Thüringer Bachwochen

De Thüringer ‘Bach-weken’ zijn het grootste muziekfestival van Thüringen. Met de specialisatie in barokmuziek en de uitvoering van de werken van Johann Sebastian Bach op enkele authentieke Bach-locaties, oefent het festival zowel een grote artistieke als toeristische aantrekkingskracht uit op een grote schare van muziekliefhebbers. Uitgangspunt voor het festival vormt het uniek historisch potentieel in de deelstaat Thüringen. Met het Bachhuis en de doopkapel in Eisenach voorop, de trouwkerk in Dornheim, de vroege plaatsen van Bachs muzikale activiteiten in Mühlhausen, Arnstadt en Weimar en de huizen van de voorouders in Erfurt en Wechmar, beschikt Thüringen over de meeste authentieke Bach-plaatsen van Duitsland. Een aantal van deze bijzondere locaties fungeren als prachtig decor en podium voor de talrijke kwalitatief hoogstaande concerten.

Thüringen, haar belangrijkste steden en muziek gerelateerde bezienswaardigheden

Thüringen is eigenlijk een soort Duitsland in het klein. Deze groene deelstaat staat vooral bekend om de culturele, filosofische, religieuze en historische bezienswaardigheden. De plaatsen Weimar, Erfurt, Eisenach, Gotha en Jena bezitten veel stedenschoon en zijn het bezoeken meer dan waard. De dichters Goethe en Schiller voelden zich hier thuis en vertrouwden hier hun gevoelens toe aan het papier. De regio heeft bovendien naast veel cultuur en historie ook veel te bieden aan natuurliefhebbers.

Thüringen is wandelen door de romantiek, genieten van burchten en kastelen en de deelstaat beschikt over een aantal bijzondere natuurparken waar eeuwenoude bossen te vinden zijn. Niet voor niets wordt dit ‘het groene hart van Duitsland’ genoemd. Veelzijdig is Thüringen dus zeker te noemen en al dit moois is slechts binnen enkele uren reizen vanuit Nederland te bereiken!

Luther en Goethe

De bekende reformator Maarten Luther (1483-1546) trad in de 16e eeuw in Erfurt in een Augustijnerklooster. Jaren later kwam hij opnieuw naar Thüringen, op de vlucht voor de rijksban. Keurvorst Frederik de Wijze van Saksen nam Luther in bescherming en liet hem in het geheim ontvoeren naar de Wartburg in Eisenach. Incognito, als jonker Jörg, verbleef hij in dit oude kasteel en vertaalde in die periode het Nieuwe Testament in het Duits.

Johann Wolfgang von Goethe (1749-1832) werd geboren in Frankfurt. Op 26-jarige leeftijd werd zijn relatie met Charlotte Buff verbroken en trok hij naar de Thüringer stad Weimar. Hier woonde hij tot zijn dood, hoewel hij regelmatig op reis was. Hij is misschien wel het meest beroemd geworden om zijn gedichten, maar was daarnaast ook wetenschapper, toneelschrijver, filosoof, natuuronderzoeker en staatsman. Een ongekende, bewonderenswaardige staat van dienst!

Weimar

Het fraaie Weimar is een prachtige oude stad, die eeuwenlang de hoofdstad van het hertogdom Saksen-Weimar was. Dat trok behoorlijk wat grootheden aan, zoals Bach, Herder, Goethe en Schiller (die samen zo fraai vereeuwigd zijn in het standbeeld van Erns Rietschel uit 1857 op de Theaterplatz), Hans Christian Andersen, Nietzsche, Richard Strauss (1864-1949), Richard Wagner (1813-1883), Franz Liszt (1811-1886) en ook onze eigen Nederlandse prinses Sophie van Oranje-Nassau (1824-1897), die in Weimar overleed. Het residentiële kasteel, waar een prachtige kunstcollectie te bewonderen is, kunt u bezoeken. Ook de Anna Amalia Bibliotheek, in rococostijl, is erg mooi. Goethe-liefhebbers brengen uiteraard een bezoek aan Goethes Wohnhaus met het Goethe Museum, de bewonderaars van Friedrich Schiller (1759-1805) slaan het Schillerhaus natuurlijk niet over. Hier schreef hij Wilhelm Tell en bracht er zijn laatste jaren door.

Voor ons, muziekliefhebbers, mag een bezoek aan het Liszt-Haus natuurlijk niet ontbreken. De legendarische componist, pianist, pedagoog en dirigent woonde meer dan 30 jaar van zijn leven in Weimar. Hij werd er in 1842 tot buitenewoon ‘Kapellmeister’ benoemd en woonde van 1848 tot 1861 in de zogenaamde ‘Altenburg’. Zo dirigeerde hij in het Deutsches Nationatheater ondermeer de wereldpremière van Wagners opera Lohengrin. Liszt verliet Weimar in 1861 om persoonlijke en beroepsredenen, maar keerde er vanaf 1869 tot aan zijn dood weer terug. Hij verbleef dan steeds enkele maanden in de mooie villa aan de rand van het park, nu dus ingericht als het Liszt-Haus.
Last but not least noem ik hier graag het onlangs geopende Bauhaus Museum Weimar, geheel gewijd aan het vroegere Bauhaus dat in 1919 in Weimar werd opgericht en tot 1925 in de stad gevestigd was.

Weimar shutterstock_1326935615

Erfurt

Op slechts 25 kilometer ten westen van Weimar ligt de universiteitsstad Erfurt, hoofdstad van Thüringen. De stad is oud en dateert waarschijnlijk al van voor de 8e eeuw. Een van de grote bezienswaardigheden van Erfurt is de Oude Synagoge, waarvan de oudste delen waarschijnlijk rond het jaar 1100 gebouwd zijn. De synagoge was vroeger ingesloten door allerlei huizen en gebouwen en dat heeft het gebouw waarschijnlijk voor de ondergang behoed. Mede daardoor is het de oudste, compleet behouden synagoge van Europa. Heel bijzonder in Erfurt is ook de Krämerbrücke, die wel wat weg heeft van de Ponte Vecchio in Florence. Ook op deze brug zijn aan weerszijden winkeltjes gevestigd. Op de knusse Wenigemarkt zijn schitterende gevels te bewonderen. Daarnaast zijn er nog veel interessante musea in Erfurt, dus neemt u zeker de tijd om deze stad te verkennen.

Het Theater Erfurt organiseert ieder jaar in de zomer het adembenemende openlucht-spektakel voor de bijzondere coulissen van de Dom St. Marien en de St. Severikirche, die op een heuvel liggen. De kerk is spits en vroeg-gotisch, de Dom is laat-gotisch en met romaanse torens. Kerk en opera in Erfurt: de trappen die leiden naar de Dom vormen ieder jaar een indrukwekkende opera- of musicalbühne. Deze DomStufen-Festspiele genieten tot ver buiten de grenzen van Duitsland een populair aanzien.

Erfurt cathedraal

Meiningen

Meiningen ligt aan de oevers van de rivier de Werra in Zuid-Thüringen. De stad is in de vroege Middeleeuwen ontstaan op het knooppunt van diverse handelswegen. In 1230 werd Meiningen voor het eerst als stad vermeld. Zijn culturele reputatie heeft Meiningen onder meer te danken aan de vernieuwingen die hertog George II van Saksen-Meiningen in de tweede helft van de negentiende eeuw heeft ingevoerd in de theaterkunst. De Meininger principes die aan deze vernieuwingen ten grondslag lagen, waren de grondbeginselen van het huidige regie-theater en werden door veel Europese theaters overgenomen. De in 1690 opgerichte Meininger Hofkapelle is een van de oudste orkesten in Europa. Tot de beroemde chefdirigenten van het orkest behoorden ondermeer Hans von Bülow (1830-1894), Richard Strauss en Max Reger (1873-1916).

Tot de steden die wij niet genoemd hebben maar die zeker een bezoekwaard zijn, behoren ondermeer Gotha, Jena en Rudolstadt.

De Wartburg

Bij Eisenach vindt u het prachtige kasteel ‘Wartburg’. Diverse koningen resideerden op de Wartburg en het hof werd een ontmoetingsplaats voor kunstenaars. De Wartburg is ook het kasteel waar reformator Maarten Luther incognito als een banneling verbleef. U kunt nog een bezoek brengen aan zijn cel. Het verhaal gaat dat er ooit een inktvlek op de muur te zien was, toen Luther een inktpot gooide op het moment dat hij de duivel in zijn cel meende te zien. Tegenwoordig is de vlek echter niet meer terug te vinden, dus is dit feit of fabel?

Wartburg shutterstock_1920530141

Ook de geschiedeins van Elisabeth van Thüringen (1207-1231) is nauw verbonden met de Wartburg. Zij werd op 7 juli 1207 geboren in het Sárospatak, in het noordoosten van Hongarije. Zij was het derde kind en de tweede dochter van koning Andreas II en Gertrudis van Meranië. Zij werd op haar vierde uitgehuwelijkt aan de zeven jaar oudere Lodewijk, die in 1217 als Lodewijk IV van Thüringen (1200-1227) zijn vader, Herman I, zou opvolgen als landgraaf van Thüringen. Onmiddellijk werd de vierjarige naar het landgrafelijk kasteel Wartburg in Eisenach gestuurd. Hier groeide het meisje op in het gezin van haar toekomstige schoonouders. In 1221, Elisabeth was toen 14 jaar oud, trouwde ze met Lodewijk. Het huwelijk was volgens de overlevering gelukkig en het paar kreeg twee dochters en een zoon. In 1223 vestigden franciscanen zich in Eisenach. Hier maakte Elisabeth kennis met de franciscaner vroomheid en ze nam zich voor haar leven te richten naar dat vroomheidideaal. Zij legde zich vanaf dat moment toe op liefdadigheid.

Een van de wonderen die aan Elisabeth wordt toegeschreven betreft het zogenaamde rozenwonder. Volgens de legende zou Elisabeth op een dag de stad in zijn gegaan om de armen een mand brood te gaan brengen, ofschoon haar echtgenoot dit uitdrukkelijk zou hebben verboden. In de stad kwam ze ongelukkigerwijs haar man tegen, die haar vroeg wat er in de mand zat. Toen Elisabeth daarop de mand opende, zouden de broden de gedaante van rozen hebben aangenomen. Eenzelfde legende gaat overigens over Sint Elisabeth van Portugal. Elisabeth stierf op 24-jarige leeftijd in 1231. Haar biechtvader Konrad zette zich onmiddellijk in voor haar heiligverklaring. Al onmiddellijk na haar dood werd haar graf bezocht door talloze pelgrims en werden verschillende wonderen aan haar toegeschreven. Zij werd in 1235, vier jaar na haar dood, heilig verklaard door paus Gregorius IX. Voor die tijd was dat een opmerkelijk snelle heiligverklaring. Sint Elisabeth is patrones van Hongarije en van Thüringen. Daarnaast is zij beschermheilige van de liefdadigheid, ziekenhuizen, bedelaars, wezen, weduwen en weduwnaars en van de Derde Orde van Sint Franciscus.

De ‘heilige’ Elisabeth en de landgraaf spelen een prominente rol in Wagners opera ‘Tannhäuser’, die ook op sagen rondom de Wartburg is gebaseerd, onder andere over de ‘Sängerkrieg’. Over dit zangtoernooi zijn er nog oude schilderingen in de Wartburg te zien. ‘Sprookjeskoning’ Ludwig II van Beieren (1845-1886) was zo onder de indruk van deze opera, dat hij de Sängersaal van de Wartburg liet nabouwen in het kasteel Neuschwanstein.

Luistert u naar ‘Einzug der Gäste’ op de Wartburg uit de tweede acte van Tannhäuser, met allemaal mooie plaatjes van deze prachtige locatie: 

 

Johann Sebastian Bach in Thüringen 

Als we de periodes en ‘werkplekken’ van Bach op een rijtje zetten, komen we grofweg tot de volgende indeling:
1685-1695: Eisenach
1695-1702: Ohrdruf (Lüneburg, Celle en Hamburg)
1703-1707: Arnstadt (en Lübeck)
1707-1708: Mühlhausen
1708-1717: Weimar
1717-1723: Köthen
1723-1750: Leipzig (en periodes in Dresden en Potsdam)

Eigenlijk zijn de laatste twee locaties relatief het bekendst en daar heeft Bach ook zijn meeste werken gecomponeerd, maar Bachs periodes in Thüringen zijn wel degelijk van groot belang geweest voor zijn ontwikkeling.

Oorsprong van de familie Bach

De familie Bach stamt oorspronkelijk uit Hongarije, dat zij rond de reformatie om geloofsredenen verlaten hebben. De Duitse wieg van de muzikale Bachfamilie staat in het Thüringer plaatsje Wechmar. Hier leefden en werkten van 1590-1626 de oervader Veit Bach (1550-1619, bedovergrootvader van Johann Sebastian) en zijn zoon Johannes Hans Bach (1580-1626) als molenaars en bakkers en daarnaast als musici.

Eisenach (1685 - 1695)

Johann Sebastian Bach werd op 21 maart 1685 in Eisenach in Thüringen geboren als telg van een oud muzikaal geslacht dat in 7 generaties meer dan 100 musici telde. Hij was het achtste kind van Johann Ambrosius Bach (1645-1695) en Maria Elisabeth Lämmerhirt (1644-1694). Gedoopt werd Johann Sebastian twee dagen later in de St. Georgenkirche, waarbij ook het stadskasteel van de vorsten van Sachsen-Eisenach is gelegen. Als tweede naam kreeg de dopeling de naam van zijn peetvader, Sebastian Nagel, stadsblazer uit Gotha. Johann Sebastian kreeg al op zeer jonge leeftijd van zijn vader Johann Ambrosius Bach vioolles.

De belangrijkste, te bezichtigen ‘Bachlocaties’ in Eisenach zijn het Bachhaus en de Georgenkirche. Het originele huis waar Bach in 1685 ter wereld kwam bestaat helaas niet meer, maar we kunnen gelukkig wel terecht in het in 1907 door de Neue Bachgesellschaft geopende Bachhaus. In het centrum van de Wartburgstadt bewonderen elk jaar duizenden bezoekers de waardevolle geëxposeerde stukken en multimediale kunst. Het in 1456 gebouwde vakwerkhuis illustreert met zijn origineel ingerichte woonruimten het leven tijdens de tijd van Bach. In 2007 werd in de onmiddellijke nabijheid een nieuwbouw als aanvulling op het historische bouwwerk gebouwd. Wat een bezoek extra leuk maakt is het feit dat er ieder uur een liveconcert wordt gegeven op vijf barokke toetsinstrumenten.

De Georgenkirche is de hoofdkerk in het centrum van Eisenach. Hier predikte Maarten Luther tijdens de door hem begonnen reformatie, waardoor deze kerk een van de oudste protestantse godshuizen werd. Johann Sebastian Bach werd in deze kerk gedoopt.

Ohrdruf (1695-1700)

Op negenjarige leeftijd werd Bach wees en kwam hij terecht in het gezin van zijn oudste broer Johann Christoph Bach III (1671-1721), die kerkorganist was in het dorp Ohrdruf. Deze merkte het bijzondere muzikale talent van zijn broertje op en bracht hem de beginselen van het muziek maken bij, waaronder het bespelen van het orgel en het klavecimbel. In deze periode begon Bach, op eigen kracht, met componeren. Een belangrijk deel van de zogeheten Neumeister Koralen, een verzameling van enkele tientallen korte koraalvoorspelen voor orgel, dateert uit deze vroege periode.

In het kader van het project ALL OF BACH werden natuurlijk ook deze koralen opgenomen. Luistert u naar deze fraaie opname van Vater unser im Himmelreich, BWV 737 door Bart Jacobs op het Christian Müller-orgel van de Sint-Bavokerk in Haarlem: 

 

En zijn uitleg:

 

Kort na Johann Sebastians aankomst in Ohrdruf trouwde zijn broer Johann Christoph. Johann Ambrosius Bach (1645-1695), Johann Pachelbel (1653-1706) en anderen bekende musici traden op bij dit huwelijk.

Als scholier van de Latijnse school zong Johann Sebastian in het schoolkoor dat regelmatig optrad in Schloß Ehrenstein. In dit prachtige renaissancekasteel is nu een museum gevestigd dat ook aandacht besteedt aan de familie Bach, waarvan vele leden organist waren in de St. Michaelis kerk, waarvan de geschiedenis nog teruggaat naar de heilige Bonifatius (8e eeuw). De kerk is meerde keren verwoest tijdens diverse stadsbranden en een bombardement tijdens de Tweede Wereldoorlog. De toren is herbouwd in de jaren 1998-1999. Het lyceum in Ohrdruf waar Bach naar school ging, is tegenwoordig een gymnasium.

Arnstadt (1702-1707)

In zijn 18e levensjaar vond Bach tijdelijk werk in Weimar, als violist (‘Laquey’) in het plaatselijke hoforkest. Niet lang daarna, op 13 juli 1703, wijdde hij het nieuwe orgel van de Neue Kirche (thans Bachkirche) in Arnstadt in. Bach werd in de administratie van de kerk ten onrechte hoforganist genoemd (hij was in deze periode nog slechts violist aan het hof) en mogelijk hierdoor ontving Bach voor het inwijden van het orgel een riante financiële vergoeding. Een maand later werd Bach tot organist van de Neue Kirche in Arnstadt benoemd. Ook voor deze functie werd Bach - gezien zijn leeftijd en staat van dienst op dat moment- royaal betaald. Volgens zijn contract moest Bach de zondagse kerkdienst, het gebedsuur op maandag en de vroege preek op donderdag op het orgel begeleiden. Verder had hij contractueel geen verplichtingen. Bach weigerde - mede op grond van dit contract - dan ook regelmatig met het schoolkoor van zijn kerk te musiceren. Waarschijnlijk speelde ook mee dat Bach het koor en het orkest te matig van kwaliteit vond. Nadat deze zaak onderzocht was, werd Bach aangeraden toch met het koor te musiceren.

Maar nee hoor, in plaats hiervan nam Bach vier weken vakantie op en vertrok te voet naar Lübeck. Bach wilde hier de beroemde componist Dietrich Buxtehude (1637-1707) ontmoeten. Bach bleef veel langer weg dan de overeengekomen vier weken en kwam pas na zestien weken (in februari 1705) terug in Arnstadt. Bach werd hiervoor door het consistorie berispt. Tegelijkertijd werd hem meegedeeld dat zijn koralen 'te ingewikkeld waren', waardoor de gemeente in de war raakte, dat zijn koraalpreludes te lang waren en dat hij nog steeds weigerde met het schoolkoor te musiceren. Bach reageerde op het verwijt dat zijn koraalpreludes te lang waren door voortaan alleen veel te korte koraalpreludes te spelen; op de andere punten reageerde hij niet of met maanden vertraging.

Ondanks de vele conflicten, was de periode in Arnstadt wel de tijd waarin hij, zoals zijn zoon Carl Philipp Emanuel Bach l(1714-1788) later zou schrijven, 'de eerste vruchten van zijn vlijt' toonde: de eerste cantates (in relatief kleine bezetting) alsook de eerste representatieve orgelwerken ontstonden immers in Arnstadt.

Tegenwoordig loopt Arnstadt weg met Bach. Op zijn 250e geboortedag, 21 maart 1935, werd de Neue Kirche omgedoopt tot Bachkirche. In 2000, toen de 250e sterfdag van de componist werd herdacht, werd het gerestaureerde orgel opnieuw in gebruik genomen. Het oude Wenderorgel, zoals Bach het kende, is in het begin van de twintigste eeuw vervangen door een romantisch orgel (van Steinmeyer), weliswaar met behoud van zes registers van het oude orgel. Deze waren negentig jaar later het uitgangspunt voor de bouw van een tweede orgel, dat een kopie is van het Wenderorgel zoals Johann Sebastiaan het heeft bespeeld. Midden op het marktplein staat tegenwoordig een bronzen beeld van de jonge Bach. Het is anderhalve eeuw na zijn dood gemaakt en … het is apart…

Luistert u naar een opname van Ton Koopman van de Fantasia in C, BWV 1121 die Bach schreef in Arnstadt:

 

Mühlhausen (1707-1708)

In de zomer van 1707 verhuisde Johann Sebastian naar Mühlhausen, omdat hij daar een nieuwe baan als organist in de Sankt Blasiuskirche had geaccepteerd. In Mühlhausen ging Bach voor het eerst in zijn leven zelfstandig wonen. Korte tijd na zijn indiensttreding trouwde hij op 22-jarige leeftijd met zijn eveneens 22-jarige achternicht Maria Barbara Bach (1684-1720), dochter van de gerenommeerde componist Johann Michael Bach (1648-1694). Ze trouwden in de dorpskerk van Dornheim, 3 km ten noordoosten van Arnstadt. De stoeltjes waar ze geknield hebben tijdens de huwelijksceremonie en het trouwaltaar staan er nog.

In Mühlhausen schreef Bach Gott ist mein König, de eerste cantate die hij heeft laten drukken.

Luistert u naar de tenoraria uit de Cantate Gott ist mein König, BWV 71. Dit tweede deel uit de cantate, opent met de woorden Ich bin nun achzig Jahr die in het oud-testamentische bijbelboek Samuel werden gesproken door de 80-jarige Barzillai, een trouw dienaar van koning David, die op zijn dringend verzoek verlof krijgt met pensioen te gaan; in Mühlhausen gingen weliswaar een aantal bestuurders met pensioen, maar niet de burgemeester. De sopraan begeleidt de tenor met een versierde versie van de zesde strofe van Johann Heermanns koraal O Gott, du frommer Gott (1630):

 

Bach was niet al te enthousiast over de kwaliteit van het orgel in de Blasiuskirche en diende een uitgebreid voorstel in om het orgel uit te breiden dat door de kerkleiding werd geaccepteerd. Maar nog voor alle verbeteringen waren aangebracht, vertrok Johann Sebastian in 1708 naar Weimar, waar net het orgel van de hofkapel was gerestaureerd. Bachs beschermer, de hoforganist Johann Effler, was ziek en vond zichzelf niet in staat om het gerestaureerde orgel te keuren en in te wijden. In plaats hiervan vroeg hij Bach over te komen om deze taak uit te voeren. Dit deed Bach en zijn orgelspel viel bij hertog Willem Ernst van Saksen-Weimar (1662-1728) dermate in de smaak dat Bach een aanbod kreeg hoforganist te worden tegen een jaarsalaris van 150 florijnen. Bach ging onmiddellijk akkoord met dit aanbod en tekende op 20 juni 1708 het contract. Vijf dagen later, op 25 juni 1708, diende hij in Mühlhausen zijn ontslag in.

In zijn ontslagbrief schreef Bach dat hij door dit salaris een "aangenamer leven kon leiden" (zijn vrouw was net zwanger van hun eerste kind) en daarnaast dat hij in Weimar met professionele musici kon werken. Ondanks het feit dat het snelle vertrek van Bach werd betreurd, bleef de verstandhouding tussen Bach en Mühlhausen goed. De volgende jaren zou Bach nog tweemaal een cantate bij de verkiezing van het nieuwe stadsbestuur van Mühlhausen componeren en persoonlijk overkomen om de uitvoeringen te leiden. Beide cantates zijn overigens helaas verloren gegaan. Later, in 1735, zou Bachs derde zoon Johann Gottfried Bernhard Bach (1715-1739) in Mühlhausen organist worden in de Marienkirche, de lutherse hoofdkerk van Mühlhausen. Bij de auditie van zijn zoon werd Johann Sebastian Bach als eregast ontvangen en inspecteerde hij gratis het orgel van deze kerk.

Voor Bachvrienden en orgelliefhebbers is Mühlhausen een bedevaartsoord. Door de bewaard gebleven dispositie (= geheel der registers van een orgel) van Bach is het mogelijk gebleken het Wenderorgel in de Blasiuskirche te herbouwen zoals Bach vond dat het moest klinken. Mede door de inzet van Albert Schweitzer is dat uiteindelijk in 1958 gebeurd en daarmee beschikt de Sankt Blasius op dit moment over het meest authentieke Bachorgel ter wereld. Uiteraard is Bach ook vereeuwigd in de vorm van een bronzen standbeeld, dat voor de ingang van de Blasiuskirche staat. Hier staat een heel andere ‘jonge’ Bach dan het beeld in Arnstadt toont. Hier staat Bach strak in het pak, en al met een pruik op, klaar om de kerk binnen te lopen om orgel te gaan spelen. Zijn lange vingers heeft hij gespreid, alsof hij ze alvast ‘losmaakt’ voor het grote werk direct.

Weimar (1708-1717)

Bach woonde twee maal in Weimar. De eerste keer, in 1703, noemde ik al even bij Arnstadt. Hij werkte als violist in een klein kamerorkestje van hertog Johann Ernst IV van Saksen-Weimar (1696-1715) en was assistent van hoforganist Effler. Bach had gesolliciteerd naar een aanstelling als organist in Arnstadt, daarom was hij vanuit Lüneburg weer naar het zuiden getrokken. Maar omdat de kerk en het orgel daar nog niet klaar waren kon hij niet proefspelen en zat dus feitelijk zonder baan. Weimar was toen dus even een tussenstation.

In 1708 werd Bach hoforganist en kamermusicus in Weimar, en later concertmeester bij Willem Ernst, hertog van Saksen-Weimar (1662-1728, oom van Joahnn Ernst IV)) een streng gelovig, vrij autoritair regerend, maar kunstminnend vorst. In deze periode componeerde Bach het overgrote deel van de orgelwerken waarmee hij later zo beroemd geworden is. Hij maakte in deze periode furore als orgel- en klavecimbelvirtuoos, briljant kamermusicus en componist. Het verhaal deed de ronde dat Bach op het orgelpedaal loopjes kon uitvoeren die de meeste organisten niet eens met de handen gespeeld kregen. Ongeveer halverwege zijn ambtsperiode in Weimar werd Bach benoemd tot concertmeester van het hoforkest. Ten gevolge van de ziekte van de hofkapelmeester kreeg hij, als lid van een team van vooraanstaande componerende hofmusici, de opdracht om voor een duidelijk bepaalde vaste zondag van elke maand een kerkelijke cantate te schrijven ten behoeve van kerkdiensten in de hofkapel, de 'Himmelsburg'.

Bach onderhield in deze periode nauwe collegiale betrekkingen met Georg Philipp Telemann (1681-1767), toen werkzaam als hofkapelmeester aan het hertogelijke hof in Eisenach, die peetoom zou worden van zijn tweede zoon Carl Philipp Emanuel Bach. In Weimar werden zes van Bachs kinderen geboren. Door interne conflicten in de hertogelijke familie, die het hofleven sterk beïnvloedden, keek hij gaandeweg uit naar een post elders. Het vorstenhof in Köthen bood hem die kans en Bach greep deze, maar pas nadat hij een maand lang in de gevangenis van het hertogelijke slot had moeten verblijven. Regerend hertog Willem-Ernst – die Bach uit respect voor zijn grote talenten ongewoon goed betaalde – was niet blij, immers Bach had het gewaagd hem zijn ontslag aan te bieden. Hierop meende hij zijn autoriteit te moeten doen gelden, want hij zette Bach achter slot en grendel! Door dit akkefietje heeft Willem Ernst in biografieën van Bach veelal de reputatie een autoritaire cultuurbarbaar te zijn geweest.

In Weimar zijn nog steeds de sporen van de familie Bach te zien. De zonen van Bach werden gedoopt in de Stadskerk St. Peter en Paul. Een buste tegenover het conservatorium Franz Liszt herinnert aan hem en ook is er een gedenksteen geplaatst naast Hotel Elephant.

Tenslotte een gedeelte uit de Cantate Himmelskönig sei wilkommen, KV 182. Deze cantate is de eerste die Bach schreef nadat hij de promotie had gekregen waarop hij zo lang had gehoopt: van organist tot concertmeester aan het hof te Weimar, met de verplichting (wat een kans!) om maandelijks een nieuwe cantate te schrijven. Bach presenteerde zijn artistieke visitekaartje op Palmzondag 1714, die toen toevallig samenviel met de feestdag Maria Boodschap. Omdat er later in Leipzig geen muziek mocht klinken in de lijdenstijd, met uitzondering van Maria Boodschap, werd dat de uiteindelijke bestemming voor deze cantate. Bij de eerste gelegenheid in Leipzig (25 maart 1724) voerde Bach de cantate opnieuw uit. Met het slotkoor worden de toehoorders in een onbekommerde 3/8 maat op pad gestuurd, Jezus volgend naar het hemelse Jeruzalem.

 

Tot zover iets over de episodes uit het leven van Bach, die zich hebben afgespeeld in het mooie Thüringen.

Ontdek meer verhalen

Laat u inspireren door musici, reisverslagen of achtergrondverhalen bij de mooiste bestemmingen